Onlangs verliet het laatste cataloguskaartje het MCO-gebouw in Hilversum, temidden van zo’n 25.000 soortgenoten. Er was geen pers aanwezig, hoewel er om tenminste twee redenen wel degelijk sprake was van een historische gebeurtenis.

Het ging namelijk om de afronding van een onderdeel van een project dat als doel heeft de collectie bladmuziek van de Stichting Omroep Muziek (SOM) toegankelijk te maken voor eenieder die geïnteresseerd is in de Nederlandse omroepmuziek. (Tot de sluiting op 1 augustus 2013 was de collectie in beheer bij de Muziekbibliotheek van de Omroep, onderdeel van het Muziekcentrum van de Omroep.) De gegevens op de cataloguskaartjes (o.a. titel/componist/arrangeur/tekstschrijver) worden op korte termijn beschikbaar via een database, die een belangrijk hulpmiddel is bij de selectie van muziek die in gedigitaliseerde vorm wordt ondergebracht op de vernieuwde website Muziekschatten.nl (vanaf 1 maart online). De website ontsluit daarmee de gehele collectie (ook het niet-gedigitaliseerde deel).
Historisch was het moment ook door de symboliek: het catalogussysteem dat bijna 40 jaar de sleutel tot de collectie vormde – een van de grootste verzamelingen bladmuziek van Europa – ondergaat een metamorfose naar een digitale verschijningsvorm. Decennialang hebben bibliothecarissen hun werk kunnen doen door gebruik te maken van dit speciaal ontwikkelde systeem.

Molenblad_met_cataloguskaarten

Molenblad met cataloguskaartjes

Ontmantelde molens
De circa 180.000 kartonnen kaartjes zijn ingedeeld in een structuur met ruim 30 zgn. hoofdgroepen, die deels op ‘bezetting’ (vocaal/instrumentaal) zijn gebaseerd (denk ‘blaasorkest’), maar ook op ‘doel’ (bv. ‘hoorspel’) of medium (TV). Verreweg de grootste hoofdgroep (nr. 13) bestaat uit niet minder dan 853 ‘ensembles lichte muziek’ (Ramblers, Skymasters etc.). Van sommige zijn vele honderden kaartjes overgeleverd, andere bestonden slechts kort, zodat een handjevol resteert.
Eind jaren ’70 schakelde de Omroepmuziekbibliotheek over op een geautomatiseerd catalogussysteem. De ‘oude titels’ zijn sindsdien weliswaar gedeeltelijk overgezet naar het nieuwe systeem, maar voor het overgrote deel van de tot 1980 in de collectie opgenomen bladmuziek vormen de gegevens op de kaartjes de enige informatiebron.
Zoeken in een webcatalogus mag wellicht efficiënter zijn dan bladeren door een bak cataloguskaartjes – toch biedt dat laatste voordelen: je doet al bladerend vaak onverwachte vondsten, terwijl je in een database meestal alleen vindt wat je zoekt.
De kaartjes roepen een beeld op van een kantoorlandschap in de jaren ’50-’60. Dit wordt nog versterkt door de ‘molens’ – speciaal van onverwoestbaar ijzer vervaardigd door de werkplaats van de Nederlandse Radio Unie - waarin ze werden ingevoegd.

Catalogusbakken en ontmantelde molen

Catalogusbakken bij een ontmantelde molen.

Florerende radiojaren
Het enorme aantal titels (van korte liedjes tot declamatoria van een uur) dat de kaartjes vertegenwoordigen toont aan dat, in de ruim 40 jaar waarin ze in de dagelijkse muziekbibliotheekpraktijk functioneerden, het muziekproductieproces in Hilversum op volle toeren heeft gedraaid.
Bijna elke omroepvereniging had ‘eigen’ ensembles die bv. een radio-uitzending per week verzorgden. Daarvoor moest ‘nieuwe’ muziek worden geschreven of gearrangeerd: vooral in de jaren ’40 en ’50 (de Radio years) werden duizenden (m.n. Amerikaanse) nummers bewerkt voor de Nederlandse radio. Naast de vele kleinere ensembles (bv. van Johnny Ombach, Ger van Leeuwen, Tom Erich) waren er verschillende, nu nog tot de verbeelding sprekende, grotere orkesten: The Ramblers, The Skymasters, De Zaaiers èn het enige ‘lichte muziek’-orkest dat nog altijd actief is: het Metropole Orkest. Ook voor hoorspelen werd muziek geschreven, dikwijls voor grote bezettingen. In opdracht van ‘de omroep’ schreven vele Nederlandse ‘klassieke’ componisten repertoire voor zeer uiteenlopende ensembles, van pianowerken tot opera’s.

Collectief muzikaal geheugen
De omroepmuziekcollectie is opgebouwd vanaf de jaren ’30, en vormt een afspiegeling van het programmabeleid van de omroepverenigingen gedurende tenminste een halve eeuw. Vooral de eerste decennia werd een groot deel van de zendtijd besteed aan muziekuitzendingen.
De vernieuwde website biedt een weerslag van de breedte en de diepte van het omroeprepertoire, waardoor een beeld ontstaat van de muziek die generaties radioluisteraars en tv-kijkers hebben beluisterd.
Elk cataloguskaartje heeft zijn eigen ‘verhaal’ (wie schreef het betreffende stuk? wie speelde(n) het? wanneer en in welk programma?). Samen vormen de kaartjes een paneel in het veelluik dat het collectieve muzikale geheugen van de Nederlanders is.