Vandaag is het honderd jaar geleden dat pianist-saxofonist-bassist-accordeonist-componist Hans Ninaber in Utrecht ter wereld kwam. Zijn vader Jacques speelde viool, zijn broer Joop was slagwerker.
Hans kreeg zijn opleiding piano en orgel aan het Haags Conservatorium en de Carnegie School for Music in New York; verder volgde hij privélessen bij diverse leraren.
Zijn grootste succes was het nummer Liefde in rhythme, dat eind jaren veertig werd gezongen door Sanny Day, de vocaliste van het combo The Millers. Bekender dan de titel zijn de eerste regels van het refrein: ,,Ik weet niet wat ik met je moet beginnen, ik heb zo'n akelig gevoel van binnen.''
Ninaber speelde orgel en piano in een groot aantal dansorkesten, o.a. in het orkest van Hinze Bronkhorst in Amsterdam (1936), de Bohémiens onder leiding van Kees Manders en Hans Ninabers Rhythm Boys. In de band van Joe Andy (de Belgische pianist André Lievens) speelde Ninaber bas, in het orkest van violist Bartho Decker was hij weer pianist. Joe Andy speelde in de Tweede Wereldoorlog met zijn orkest in ’t Zuid, in het centrum van Den Haag. In een interview met Cor Gout (1998) vertelde Ninaber: ‘Bij Joe Andy ben ik liedjes gaan schrijven. Eerst maakte ik op zijn verzoek arrangementen voor artiesten die langskwamen. Soms werd er ook om kant-en-klare composities gevraagd.’ Zo ontstond o.a. het nummer Hotsjek, dat een succes werd in de uitvoering van de Wama’s. Na de Tweede Wereldoorlog maakte hij met een eigen orkest een tournee naar Zuid-Duitsland. In 1953 ging Hans Ninaber met zijn gezin naar Canada om als tenorsaxofonist te gaan spelen bij The Royal Canadian Corps of Signals, waarmee hij o.a. een halfjaar een tournee maakte in Korea en Japan. Eind 1957 was hij terug in Nederland, waar hij tussen 1965 en 1978 regelmatig speelde met zijn Hannibal Combo (met viool en slagwerk).
Later werkte Ninaber ook jarenlang als solo-entertainer, onder meer in het Scheveningse Kurhaus. Hij trad regelmatig op voor radio en tv, ook in Noorwegen, Spanje, Duitsland, Canada, Engeland en de V.S. en tijdens de AVRO-Landdag in 1960 zangeres Caterina Valente.
Liedjes van zijn hand werden gezongen door artiesten als Rita Corita (Morgen ga ik op dieet), de Kilima Hawaiians en Peter Koelewijn. Sommige stonden in de jaren vijftig ook op het repertoire van de orkesten van Malando (die een hit scoorde met Sahara), Frank Chacksfield en Edmundo Ros, de pianiste Winifred Atwell (The flea-market of Paris https://www.youtube.com/watch?v=qJAUOhYQQZs; het origineel Het Vlooiencircus schreef hij met tekstschrijver André Meurs en Cocktail Trio-pianist Ad van de Gein). Nog enkele titels: Bounce the boogie, Rendez-vous, Zeg niet nee, Steeds als ik jou zie en Nacht over Java (Ninaber zag het gelijknamige boek van Johan Fabricius in de boekenkast staan bij tekstschrijver Jacques Bess). Hans Ninaber overleed op 6 augustus 2002 op 85-jarige leeftijd in een Haags verzorgingstehuis.
Muziekschatten van Hans Ninaber
Zijn grootste succes was het nummer Liefde in rhythme, dat eind jaren veertig werd gezongen door Sanny Day, de vocaliste van het combo The Millers. Bekender dan de titel zijn de eerste regels van het refrein: ,,Ik weet niet wat ik met je moet beginnen, ik heb zo'n akelig gevoel van binnen.''
Ninaber speelde orgel en piano in een groot aantal dansorkesten, o.a. in het orkest van Hinze Bronkhorst in Amsterdam (1936), de Bohémiens onder leiding van Kees Manders en Hans Ninabers Rhythm Boys. In de band van Joe Andy (de Belgische pianist André Lievens) speelde Ninaber bas, in het orkest van violist Bartho Decker was hij weer pianist. Joe Andy speelde in de Tweede Wereldoorlog met zijn orkest in ’t Zuid, in het centrum van Den Haag. In een interview met Cor Gout (1998) vertelde Ninaber: ‘Bij Joe Andy ben ik liedjes gaan schrijven. Eerst maakte ik op zijn verzoek arrangementen voor artiesten die langskwamen. Soms werd er ook om kant-en-klare composities gevraagd.’ Zo ontstond o.a. het nummer Hotsjek, dat een succes werd in de uitvoering van de Wama’s. Na de Tweede Wereldoorlog maakte hij met een eigen orkest een tournee naar Zuid-Duitsland. In 1953 ging Hans Ninaber met zijn gezin naar Canada om als tenorsaxofonist te gaan spelen bij The Royal Canadian Corps of Signals, waarmee hij o.a. een halfjaar een tournee maakte in Korea en Japan. Eind 1957 was hij terug in Nederland, waar hij tussen 1965 en 1978 regelmatig speelde met zijn Hannibal Combo (met viool en slagwerk).
Later werkte Ninaber ook jarenlang als solo-entertainer, onder meer in het Scheveningse Kurhaus. Hij trad regelmatig op voor radio en tv, ook in Noorwegen, Spanje, Duitsland, Canada, Engeland en de V.S. en tijdens de AVRO-Landdag in 1960 zangeres Caterina Valente.
Liedjes van zijn hand werden gezongen door artiesten als Rita Corita (Morgen ga ik op dieet), de Kilima Hawaiians en Peter Koelewijn. Sommige stonden in de jaren vijftig ook op het repertoire van de orkesten van Malando (die een hit scoorde met Sahara), Frank Chacksfield en Edmundo Ros, de pianiste Winifred Atwell (The flea-market of Paris https://www.youtube.com/watch?v=qJAUOhYQQZs; het origineel Het Vlooiencircus schreef hij met tekstschrijver André Meurs en Cocktail Trio-pianist Ad van de Gein). Nog enkele titels: Bounce the boogie, Rendez-vous, Zeg niet nee, Steeds als ik jou zie en Nacht over Java (Ninaber zag het gelijknamige boek van Johan Fabricius in de boekenkast staan bij tekstschrijver Jacques Bess). Hans Ninaber overleed op 6 augustus 2002 op 85-jarige leeftijd in een Haags verzorgingstehuis.
Jan Jaap Kassies
Bronnen: • C. Gout: Muziek in zwart-wit (Zaltbommel : Aprilis, 2006) • H. de la Rive Box: Bonte parade (Amsterdam : Jacob van Campen, [1947?]) • H. Mildenberg: De Nederlandse lichte muziek van A-ZMuziekschatten van Hans Ninaber