Door Joyce Huibers  (uit Gooi- en Eemlander, 2/3 februari 2016)

HILVERSUM - In 2013 leek de collectie van de Muziekbibliotheek van de Omroep nog voorbestemd voor de papierversnipperaar. De subsidie stopte en beheerder stichting MCO hield op te bestaan. De versnipperaar werd het niet, maar het bladmuziekarchief ligt wel als een dode collectie te verstoffen in het MCO. Om dat te veranderen vroeg Stichting Omroep Muziek (SOM) subsidie aan bij het ministerie van OCW in Den Haag.

Een miljoen euro, verspreid over vier jaar, moet er voor zorgen dat de bladmuziekcollectie in 2020 een permanent onderkomen heeft gevonden en voor een breed publiek toegankelijk is gemaakt. Maurits Haenen, interim-directeur bij SOM (opvolger van stichting MCO) die nu officieus de beheerder van de muziekbibliotheek is, verwacht dat zijn aanvraag een kans maakt. „Er is steeds meer aandacht voor verweesde archieven, ook bij het ministerie. Het gaat hier om een unieke collectie die niet alleen als archief van waarde is, maar ook nog steeds als gebruiksmateriaal voor uitvoerende musici.” Officieel mag Haenen geen cent meer uitgeven aan de bibliotheek aan de Hilversumse Heuvellaan. „Het is een taak die we niet meer hebben, maar we zetten het ook niet aan de straat. Voor ons is het wel belangrijk dat de bibliotheek weer een formele status krijgt, want de opslag hier in de kelders kost ook geld. Dat hoeft niet morgen opgelost, maar wel graag overmorgen, want deze situatie kan niet blijven voortduren.”

Dat vinden ook oud-bibliothecarissen van de Muziekbibliotheek van de Omroep, Jan Jaap Kassies en Eric van Balkum. Hun banen kwamen twee jaar geleden te vervallen met het sluiten van de bibliotheek. Toch zijn ze er nog regelmatig te vinden. Kassies zelfs wekelijks, uit pure liefde voor de collectie. „Ik heb hier zoveel interessante muziek in mijn handen gehad. Ik put nog steeds uit dit archief voor onze website en het blad Aether. Ik leid af en toe mensen rond, zoals cultuurwethouder Wimar Jaeger een paar maanden geleden, en ik zorg dat muziekstukken die hier liggen nog gespeeld kunnen worden door orkesten en ensembles.”

foto bij artikel Joyce Huibers 3-2-2016


Liefdewerk ,,Het is van onze kant op dit moment letterlijk liefdewerk oud papier’’, glimlacht Van Balkum. Voor hem hebben zijn bezoeken echter ook een zakelijke kant. „Als die subsidie er komt, dan staan wij bovenaan het lijstje om ingehuurd te worden. Na 1980 is er wel een digitale catalogus gekomen, maar die is verre van compleet. Ongeveer de helft van alle muziekstukken die we hebben, is daarin terug te vinden. De rest zit in kaartenbakken en archiefmolens die tussen 1945 en 1980 werden gebruikt. Er zijn maar weinig mensen die daar hun weg in weten te vinden. Daarom wil ik betrokken blijven.”

Tijdens een rondleiding door het archief blijkt Kassies een onuitputtelijke bron van informatie. Hij is de man van de inhoud. Van Balkum heeft juist iets meer feeling met de technische kant van de bibliotheek. „Dat maakt ons een goed team en zorgt voor toegevoegde waarde. De bibliotheek is nu niet meer dan een enorme stapel papier dat niemand iets zegt. Maar als je weet wat bijzonder is, waar je moet zoeken en je kent de achtergrond, kunnen we de muziekgeschiedenis weer laten leven.”

De verhalen schieten dan ook van een weer teruggevonden musical van Toon Hermans met De Zaaiers naar de onlangs overleden Annie de Reuver. ,,Veel mensen zullen alleen denken aan haar nummer ’Kijk eens in de poppetjes van mijn ogen’. Maar De Reuver was ook een wezenlijk onderdeel van de geschiedenis van de Nederlandse lichte muziek. Veel muziek die voor haar geschreven is, ligt hier.” Of wat te denken van de relatief onbekend gebleven joodse componist Hans Lachman. Hij schreef in de jaren dertig en veertig composities en arrangementen voor onder andere radio-ensembles en het Metropole Orkest. Zijn handgeschreven requiem ter nagedachtenis aan een Limburgse pastoor die zijn gezin in de Tweede Wereldoorlog hielp onderduiken lag in de Muziekbibliotheek en werd vorig jaar na ruim vijftig jaar weer uitgevoerd in Limburg. Maar ook handgeschreven bladmuziek van Gooise componisten als Oscar van Hemel en Kees Andriessen. Muziekstukken van Rogier van Otterloo die nooit zijn uitgebracht. Gigantische partituren van een van de belangrijkste componisten uit de twintigste eeuw, Karlheinz Stockhausen, waarin de muziek voor ieder instrument apart is uitgeschreven. Het zijn allemaal voorbeelden uit de kasten vol klassiek werk dat in gebruik is bij het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor, de duizenden stukken salonmuziek en de vele mappen ’pianozangetjes’ zoals de twee bibliothecarissen de losse liedjes met omslag liefdevol noemen.

Proeftuin „De omroepen waren voor veel componisten een muzikale proeftuin. Voor talloze programma’s, eerst op de radio en later ook op tv, moest muziek worden geschreven. Ruim achthonderd muziekensembles hebben voor de omroepen gewerkt en op het hoogtepunt waren hier zestig kopiisten actief om al die partijen te kopiëren”, vertelt Kassies. Het zijn pogingen om de reikwijdte en het unieke karakter van de bibliotheek te duiden. Beide heren willen dan ook niets liever dan dat het archief openbaar wordt. „Niets doen zou pure kapitaalvernietiging zijn. Het is altijd een bedrijfsbibliotheek geweest. Gesloten voor de buitenwereld. Pas in 2005 kwam de incomplete digitale catalogus online, maar muziekstukken lenen bleef voorbehouden aan de omroepensembles. Zonde, want van de partituren die we hier hebben liggen moet ieder orkest of band kunnen genieten.”

Met een projectsubsidie heeft de Muziekbibliotheek enkele jaren geleden wel vijfduizend muziekstukken gedigitaliseerd voor de website Muziekschatten. Een eerste aanzet tot openbaarheid waar goed gebruik van wordt gemaakt getuige de ruim 100.000 downloads in vijf jaar. Als de aangevraagde subsidie er komt, hopen ze het aanbod te kunnen uitbreiden. „Het belangrijkste is dat er een inventarisatie komt van wat er daadwerkelijk bewaard moet blijven en die werken zoveel mogelijk ontsluiten.”

De twee bibliothecarissen achten het niet onwaarschijnlijk dat de bibliotheek opgesplitst gaat worden. „Dat biedt mogelijk ook meer overlevingskansen. Wat gebruikt wordt door het Metropole Orkest kan hier blijven, maar andere onderdelen zoals een algemeen stukje archief en een eventuele uitleen kunnen ook elders worden ondergebracht.” Waar is nog een vraag. In dezelfde periode als stichting MCO viel ook het doek voor Muziek Centrum Nederland en Theater Instituut Nederland. Van een Nationaal Bladmuziek Instituut waar drie jaar geleden nog even sprake van was, is niets terecht gekomen.

Ondersteuning Maurits Haenen zocht voor zijn subsidie-aanvraag steun bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Maar tot meer dan ondersteuning van zijn wens heeft dat nog niet geleid. Niet al het geld hoeft overigens uit Den Haag te komen. De SOM heeft zelf ook een potje geld gereserveerd voor de ontsluiting van de bibliotheek en Haenen sluit een toekomstig hulpverzoek aan de gemeente Hilversum niet uit. „We hebben nog geen antwoord gekregen van het ministerie. Ik heb ook geen idee wanneer we dat kunnen verwachten. Op dit moment jaag ik er nog niet te hard achteraan. Ik heb liever over een half jaar een ’ja’ dan nu een ’nee’.”