Johan Hendrik Willem (Joop) Elders werd op 8 april 1917 geboren in Nijmegen.
Elders genoot zijn muziekopleiding aan de conservatoria van Aken en Luik met als hoofdvakken viool, piano en fluit. Daarna studeerde hij enkele jaren harmonie en compositie bij Henri Hermans in Maastricht.
Zijn muzikale loopbaan begon als fluitist bij het Arnhems Orkest. Na twee jaar stapte hij over naar het orkest van John van Brück, waarmee hij door Europa toerde. Tijdens de mobilisatie had hij de leiding over het uit 80 man bestaande orkest van het bataljon Jagers in Loosduinen. Na de demobilisatie kwam Elders terecht bij de Amsterdamse bioscoop Cinema Royal. Vanaf 1941 speelde hij vier jaar lang in het Groot Amusementsorkest van Elzard Kuhlman.
Joop Elders was fluitist van het eerste uur bij het in 1945 opgerichte Metropole Orkest. Hij speelde in het orkest tot aan zijn dood in 1974. Evenals o.a. Dolf van der Linden en Jos Cleber bleek hij in staat om te arrangeren voor een groot bezetting. Decennialang was hij een van de voornaamste arrangeurs van het Metropole Orkest. In navolging van Jos Cleber legde hij zich met name toe op het schrijven van bewerkingen van operettefragmenten en licht-symfonische muziek, al deinsde hij ook niet terug voor het onversneden amusementswerk. Elders schreef ook arrangementen voor Malando. In de loop der jaren leidde Elders een aantal radio-ensembles, waaronder Selecta en de Whistling Pipers (NCRV).
In de omroepmuziekcollectie bevinden zich meer dan 1200 arrangementen van zijn hand. Hij componeerde ook een aantal orkestwerken, waaronder Suerte da capa en Primavera. De ‘bescheiden fluitist-arrangeur’ (Tukker) Joop Elders overleed onverwachts in Hilversum op 5 juni 1974.
Fluitist Joop Elders als een van de solisten in Taboo
Zijn muzikale loopbaan begon als fluitist bij het Arnhems Orkest. Na twee jaar stapte hij over naar het orkest van John van Brück, waarmee hij door Europa toerde. Tijdens de mobilisatie had hij de leiding over het uit 80 man bestaande orkest van het bataljon Jagers in Loosduinen. Na de demobilisatie kwam Elders terecht bij de Amsterdamse bioscoop Cinema Royal. Vanaf 1941 speelde hij vier jaar lang in het Groot Amusementsorkest van Elzard Kuhlman.
Joop Elders was fluitist van het eerste uur bij het in 1945 opgerichte Metropole Orkest. Hij speelde in het orkest tot aan zijn dood in 1974. Evenals o.a. Dolf van der Linden en Jos Cleber bleek hij in staat om te arrangeren voor een groot bezetting. Decennialang was hij een van de voornaamste arrangeurs van het Metropole Orkest. In navolging van Jos Cleber legde hij zich met name toe op het schrijven van bewerkingen van operettefragmenten en licht-symfonische muziek, al deinsde hij ook niet terug voor het onversneden amusementswerk. Elders schreef ook arrangementen voor Malando. In de loop der jaren leidde Elders een aantal radio-ensembles, waaronder Selecta en de Whistling Pipers (NCRV).
In de omroepmuziekcollectie bevinden zich meer dan 1200 arrangementen van zijn hand. Hij componeerde ook een aantal orkestwerken, waaronder Suerte da capa en Primavera. De ‘bescheiden fluitist-arrangeur’ (Tukker) Joop Elders overleed onverwachts in Hilversum op 5 juni 1974.
Fluitist Joop Elders als een van de solisten in Taboo
Jan Jaap Kassies
Bronnen: • Algemene Muziek Encyclopedie (De Haan, Haarlem) • Interview in het Limburgs Dagblad (3 september 1963) (op Delpher) • Bas Tukker: Dolf van der Linden, de vader van het Metropole Orkest (2015) • Joop Elders in de OmroepmuziekWiki