Op 2 mei jl. publiceerde ik een blog over de toegankelijkheid van cultureel erfgoed, die na de sluiting van de Muziekbibliotheek van de Omroep, het Theater Instituut Nederland en Muziek Centrum Nederland ernstig in het gedrang is gekomen. Hierin citeerde ik enkele passages uit het op 8 april door de Raad voor Cultuur de gepubliceerde advies Agenda Cultuur 2017-2020 (en verder). Dit rapport bevat een analyse van de huidige stand van de erfgoedsector in Nederland, en adviezen aan de minister van OCW om hierin verbetering te brengen. Onder de kop ‘kennisborging erfgoed’ staat:
‘In het erfgoeddomein is er sprake van een verlies van bestaande kennis en expertise. In alle deelsectoren blijkt dit een toenemend probleem. De kennis die uitstroomt wordt onvoldoende overgedragen, waardoor lacunes ontstaan. Daarnaast zijn door de bezuinigingen de plekken om in te stromen afgenomen.’
(…)
‘Om archieven ook in de toekomst toegankelijk te houden zijn specialistische kennis en vakmanschap onmisbaar.’
(…) (p. 120)
Archieven van bedrijven [...] kunnen even belangrijk zijn als overheidsarchief om het verleden in samenhang te kunnen kennen.
(Dit geldt in hoge mate voor de MB-collectie: hierin bevindt zich immers een groot deel van de muziek die vanaf ca. 1925 door de Nederlandse omroep via radio en tv is gebruikt – en daarmee een aanzienlijk deel van het ‘collectieve auditieve geheugen’ heeft beïnvloed. Hoorspelen, herkenningsmelodieën van ensembles en programma’s, die een integrerend onderdeel vormen van de omroephistorie, maar ook ‘geëngageerde’ muziek die de tijd van ontstaan weerspiegelt.) (p. 121)
‘In de Archiefvisie 2011 bevestigde de staatssecretaris dit principe krachtig. De raad heeft aansluitend daarop geadviseerd een fonds voor particuliere archieven in te stellen om te voorkomen dat deze tussen wal en schip raken.’
(Op 1 november 2012 publiceerde ik een blog met de titel ‘Tussen wal en schip’, als reactie op een uitspraak van Diederik Samsom bij de presentatie van het regeerakkoord van Rutte-2.)
‘Particuliere archieven worden immers niet beschermd door de Archiefwet, terwijl ze ook niet door de Wbc als beschermd cultureel erfgoed zijn aangewezen. Onder invloed van bezuinigingen is een dergelijk fonds er niet gekomen. De afgelopen jaren hebben een reeks van incidenten laten zien waarbij archiefcollecties als die van het Tropeninstituut, de Wereldomroep, de collectie van Museum Enschede, de Muziekbibliotheek van het Muziekcentrum van de Omroep en andere particuliere collecties verloren dreigen te raken of al verloren zijn geraakt. Wil de Archiefcollectie NL daadwerkelijk gestalte krijgen, dan zal dit onderwerp actief door de overheid moeten worden geagendeerd.’
Iedereen die enig idee heeft van de omvang èn rijkdom van de collectie van de Omroepmuziekbibliotheek vraagt zich nu af welke overheidsinstantie dit advies van de Raad voor Cultuur ter harte neemt en concrete stappen gaat nemen om dit unieke erfgoed (vandaag precies een jaar en negen maanden geleden gesloten) weer toegankelijk te maken voor geïnteresseerden.

Op 3 mei verscheen de reactie van Kunsten ’92 op bovengenoemd advies, waarin een vergelijkbare oproep tot de overheid wordt gericht:
‘Er zijn grote veranderingen gaande in erfgoedland, mede door de invoering van de nieuwe Erfgoedwet. De Raad signaleert, mede door de economische crisis, verlies aan bestaande expertise en kennis in alle deelsectoren (archieven, musea, monumenten en archeologie) en stelt anderzijds vast dat de opgave die de gemeenten nu op dit gebied krijgen enorm is – temeer nu zij ook vele andere nieuwe taken moeten uitvoeren. Het vereist een andere manier van werken en kennisdeling om erfgoed van begin af aan te betrekken bij transformatie, stedelijke herverkaveling en revitalisering. De vraag is dan ook of gemeenten, met name de kleinere, ook daadwerkelijk bereid en/of in staat zullen zijn de gewenste ruimtelijke kwaliteitsslag te maken. De Raad wijst in dat verband op de beperkte capaciteit en budget bij gemeenten en zelfs uitstroom van bestaande erfgoedkennis en -capaciteit. Ook de noodzaak dat lokale bestuurders en gemeenteraden de rijksambitie kennen en delen, en dus bereid zijn daarop te anticiperen en daadwerkelijk te handelen, is een punt van zorg voor de Raad. Kunsten ’92 onderstreept dat de overheid hier een belangrijke toezichthoudende verantwoordelijkheid heeft en een herkenbare regierol moet blijven spelen. Ook bij het stimuleren van kennisontwikkeling en het delen van kennis.’
Tijdens het debat in de Tweede Kamer over de nieuwe Erfgoedwet op 2 juni jl. werd duidelijk dat de bescherming voor erfgoed in het wetsontwerp voor de nieuwe Erfgoedwet zich niet dient te beperken tot erfgoed van Rijk, provincies en gemeenten maar wordt uitgebreid tot de collecties van universiteiten, waterschappen en eventueel nog andere publiekrechtelijke lichamen.

Bovendien nam de Kamer de volgende motie aan, ingediend door Alexander Pechtold, die deze motivatie gaf:
‘Over de kennis en kunde maak ik mij veel zorgen. Ik heb gesproken over universiteiten waar hoogleraren kunstnijverheid niet meer opgevolgd worden en over musea waar de conservatoren alleen nog maar bezig zijn met blockbusters. Ik wil wel eens weten wat er gebeurd is met de kennis en kunde in ons erfgoedland. Om die reden dien ik de volgende motie in: De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat musea steeds minder conservatoren in dienst hebben; constaterende dat daarmee kennis en kunde over de collectie verdwijnen en er steeds minder wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan; van mening dat de collecties hiermee onvoldoende tot hun recht komen; verzoekt de regering, te inventariseren hoe er de afgelopen tien jaar door musea is bezuinigd op "kennis en kunde" en hoe het wetenschappelijk onderzoek naar collecties zich heeft ontwikkeld, en hier bij de begroting op terug te komen, en gaat over tot de orde van de dag.’
Wellicht is het mogelijk bij deze inventarisatie ook het muzikale omroeperfgoed te betrekken, zoals dat zich bevindt in de collectie van de op 1 augustus 2013 gesloten Muziekbibliotheek van de Omroep. Deze bevat onder meer een enorme schat aan handgeschreven materiaal dat vanaf ca. 1925 is gebruikt voor vele duizenden radio- en tv-uitzendingen, en een afspiegeling vormt van de collectieve herinneringen van tallozen aan genoemde uitzendingen – een zuiverder vorm van erfgoed is nauwelijks te vinden. Nu is er nog kennis en kunde op dit terrein; naarmate degenen die de (weg in de) collectie kennen daar langer van gescheiden zijn wordt het steeds moeilijker om het belangwekkende materiaal (waaronder duizenden onuitgegeven werken van Nederlandse componisten/arrangeurs) te ontsluiten voor onderzoek, uitvoering en publicatie. Vervolgens kan dan worden bezien op welke wijze dit erfgoed weer toegankelijk kan worden zonder gevaar te lopen definitief tussen wal en schip van beleidsorganen, instanties en begrotingen terecht te komen.

Jan Jaap Kassies